Maleisië en Thailand

17 maart 2016

Maleisië en Thailand

Vanaf Kochi was het viereneenhalf uur vliegen naar Kuala Lumpur. In het vliegtuig zaten we naast een Nederlands stelletje dat hun hele hebben en houden had verkocht, banen opgezegd en op aan een reis rond de wereld was begonnen. Ze waren een maand in Kerala, India geweest en gingen nu voor minimaal een maand naar Maleisië. Ze houden een dagelijkse blog bij waarin ze naast hun avonturen ook reclame maken voor de accommodaties waar ze verblijven en ze vaak korting. Slim bekeken. Met de bus vanaf het viegveld naar het centraal station gegaan waar we treinkaartje naar Thailand moesten regelen. Nadat we voor 11 euro per persoon een  plek in de nachttrein hadden bemachtigd en onze tassen in een kluis hadden gezet, zijn we eerst naar de MacDonalds  gegaan. Wat een feest, een BigMac menu voor 2 euro! Met gevulde magen zijn we het een 8 verdiepingen hoge shoppingmall ingegaan. Bas kwam al snel tot de ontdekking dat Kuala Lumpur een shoppingparadijs is waar ze zelfs een H&M hadden. Leuke collecties kleren, de modernste elektronica, schoenen, gadgets en alles voor spotgoedkope prijzen. Helaas was ons budget allesbehalve ingericht op shoppen in KL dus het werd kijken, kijken, nie kopen!

Na een dagje slenteren vertrok onze trein om half 1 's nachts. Dit was wel even andere koek dan de sleeperclass  in India. Onze plekken waren 2 comfortabele bedden boven elkaar afgesloten door gordijnen en voorzien van haakjes en een lampje. De volgende wagen was een restaurant dat 24/7 open was. Das pas reizen! Ik raakte aan de praat met een vrouw aan de andere kant van het gangpad die voor de overheid werkt en verantwoordelijk is  voor het promoten van homestays. Ze vertelde dat overheid dit project van waarbij toeristen worden gestimuleerd om het land, de mensen en de cultuur te leren kennen door bij families te verblijven. Deze families bieden verblijf en maaltijden en laten als gids de mensen kennismaken met de speciale dingen uit de omgeving. De gedachte erachter is dat de bewoners landelijke gebieden inkomsten kunnen genereren in hun omgeving blijven ipv weg te trekken naar de grote steden om daar hun geluk te beproeven. Er zijn door het hele land homestays te vinden en die kun je boeken in combinatie met treintickets.  Rond half 10 kwamen we bij de grens aan mochten we 2 keer langs de immigratie om stempels in onze paspoorten te krijgen. Een uur later zou de trein vertrekken voor het laatste stukje van een uur naar Hatyai. Dat werden 3 uur waarin we 2 Fransen ontmoetten die ook naar Koh Samui gingen. In Hatyai zo snel mogelijk een minivan genomen voor een rit van 6 uur naar Surat Thani waar we de boot nog moesten nemen naar Koh Samui.  Onderweg kwamen we erachter dat er iets mis was gegaan met onze Thaise visa, De rest van de reizigers hadden een 30 dagen visum gekregen en wij maar 14. Dat begon goed, we zouden onze reis dus 2 dagen in moeten korten. Door de vertraging met het laatste stukje trein, waren we net te laat  om de laatste boot te halen. Dus moesten we of een hotelletje zoeken of met de nachtboot, die er 7 uur over deed in plaats van 1 uur.  Samen met de Fransen kozen we voor de tweede optie. In een reiskantoortje boekten we de overtocht op een vrachtboot met comfortabele bedden. We werden met een auto naar de haven gebracht en wilden onze spullen aan boord zetten. Toen ontdekten we dat de luxe bedden, dunnen matrasjes als uit een goedkope tuinstoel waren die naast mekaar op een grote vloer gelegd waren. Maar de tocht was een gezellig gebeuren met de Fransen en een dronken Spaanse hebben we heel wat afgelachen en zijn we uiteindelijk nog een paar uur gaan slapen. Toen ik wakker werd bleek mijn bril spoorloos. Iedereen hepen zoeken maar helaas. De zoveelste bril die ik in India heb achter gelaten. Gelukkig dat mijn overburen over 3 dagen ook op het eiland zouden arriveren. Dan kon ik misschien nog regelen dat ze een bril voor me meenamen.

Met een bewolkte zonsopkomst kwam Koh Samui in zicht. Met een tuktuk (een pickup truck met overdekte laadbak met 2 banken tegenover elkaar) naar Lamai gereden op zoek naar New Hut Bungalow waar hadden geboekt. We kregen een hut vol op het strand op de eerste rij. Palmboompjes en een prachtig uitzicht. De hutjes en de gezamenlijke douches en toiletten waren erg schoon maar de hutten waren erg klein met een kleine tweeënhalf bij twee meter. De twee matrassen konden tegen elk een zijwand liggen en dan bleef er nog 25 cm ruimte tussen en aan het voeteneind ongeveer hetzelfde. Buiten hadden we een vlonder van 40 cm over de hele breedte. Nadat we onze tassen in de hut hadden gezet zijn we lekker van het strand en de zee gaan genieten. De zon scheen hier toch aanzienlijk feller dan in India! We waren allebei verbrand. De volgende dag ging het regenen en was het toch wel erg klein in ons hutje. De dag erop zijn we gaan zoeken naar andere accommodatie en hadden al snel wat gevonden met balkon, grote kamer met eigen douche en toilet en dat voor 2 euro meer. We hadden via bookin.com onze hut geboekt, voor 2 weken want volgens de voorwaarden konden we elk moment de data van de boeking veranderen tegen betaling van 1 extra overnachting. Toen we naar de receptie gingen om te melden dat we de volgende morgen zouden uitchecken. Kregen we te horen dat dat niet mogelijk was en ze weigerden ons uit te checken en het teveel betaalde terug te geven. Dus zaten we gevangen in onze hut. Maar het meest vervelende was toch eigenlijk wel de redelijk agressieve houding van de eigenaar en staff. Tussen de buien door nog lekker van de zon genoten en het dorp gaan ontdekken. Lamai was eigenlijk vooral een lange hoofdstraat met barretjes, restaurants, massagesalons, winkeltjes en een paar clubs. Het deed me denken aan Benidorm alleen dan met een hoop ladyboys, waarbij Bas trouwens goed in de smaak viel. We kwamen er ook snel achter dat het leven op Koh Samui toch een stuk duurder was dan in India. Oké het eten is best goed betaalbaar en een euro voor een biertje is best lekker, maar vooral voor de activiteiten betaalde je Europese prijzen. Op het strandje bij onze hutten hebben we wel een aantal leuke mensen ontmoet in de categorie dat je die vast nog wel eens tegenkomt. Een gepensioneerde Spanjaard, een Duitse stuurvrouw, 2 Engelse vrienden die lekker aan t flierefluiten waren en een Argentijnse grafologe. En de dronken Spaanse bleef ook een rode draad in ons Thailand verhaal. Het bleef elke dag toch wel behoorlijk regenen en de buien waren af en toe zo heftig dat we maar even wachtten met het huren van een scootertje. Maar na een dag of 5 zijn we nog een dagje met Marco, Dees en Evie rond het eiland gaan toeren. Een heerlijk dagje langs de watervallen, de Big Buddha en lekker gezwommen in de regen. Ondanks de leuke momenten was het voor mij als in Hotel California , in de hut en dus ook op het eiland gevangen. Dus zijn we veel gaan lezen, maakten we af en toe een wandelingetje naar het dorp en Bas heeft veel getraind. Bas is nog een keer met Marco naar een Muay Thai wedstrijd geweest. De laatste week werd het weer wat beter en hebben we nog op een prachtig ander strand doorgebracht en een paar keer gegeten met de buren. Bas had ook nog een verrassing in petto. Heel geheimzinnig nam hij me mee ergens naar toe. Toen we bij de Tattoo-studio aankwamen die hij al had uitgezocht om een tattoo met Rood 66 op zijn pols te laten zetten zei 'Wat vind je ervan pa?' En vooral dat gezicht wat hij erbij trok. Onbetaalbaar! En ja ik vond het geweldig dat ie zijn pa op zijn lijf liet vereeuwigen. Het nachtleven was al rond middernacht afgelopen maar toen we, na een avondje op Evie oppassen om 3 uur 's nachts door Lamai liepen was het nog wel druk met "masseuses" die over klandizie niet te klagen hadden. Ik vond het zo bizar dit met stip de drukste branche van Lamai is.

Omdat de treinreis zo goed bevallen was wilde we ook graag weer terug met de trein, maar dat bleek niet echt mogelijk. Dus hebben we maar bustickets naar Kuala Lumpur geboekt. We hadden daar nu 2 extra dagen en we keken er echt naar uit om Thailand te verlaten. In vergelijking met het Noorden vonden we de meeste Thai  waar we mee te maken hebben gehad niet vriendelijk of gastvrij. Terwijl ik enkele jaren geleden in het Noorden van Thailand en op Koh Chang toch heel andere ervaringen had. De massale toeristenstroom op dat eiland doet de sfeer niet echt goed. 3 april werden we 's ochtends om half 7 uur opgehaald en naar de veerboot gebracht. In een goed uur waren op het vaste land en gingen we per touringcar naar een overstapplaats om van daaruit met een mini-van weer naar Hatyai te gaan. Dankzij een hele handige actie van mij hadden we echt de aller-slechtste plekken waar we 6 uur lang opgefrommeld zaten. Maar zoals steeds met het reizen, ontmoet je telkens weer leuke mensen met mooie verhalen. Nu ook weer een Amerikaans stel en een Engels stel. Toen we in Hatyai kwamen waren we blij dat we 2 uur hadden om even de benen te strekken en wat te eten. Toen instappen in een luxe touringcar en voor de reis naar Kuala Lumpur.

Net over de grens hadden we een eetpauze/sanitaire stop. De mensen hier waren echt heel anders dan de Thai. Ze spraken erg goed Engels waren heel  vriendelijk en meerdere mensen die niet genoeg cash geld hadden kregen hun maaltijden gratis of een stuk goedkoper. Mooi hoor! Uiteindelijk nog lekker wat geslapen in de bus en 's ochtends om 6 uur kwamen we in Kuala Lumpur aan. De dropplaats was buiten het centrum en er stonden natuurlijk al een paar taxi's te wachten. Ze vroegen allemaal de zelfde prijs. Dus er maar willekeurig eentje uitgekozen. We zaten al in de auto en ik vroeg of de 50 MR met Thaise baht betaald kon worden. No problem. Hij rekende 450 baht. slechte wisselkoers maar alléz, je kan niet alles hebben. Maar bij het hotel begon die eikel moeilijk te doen en zij dat we allebei 450 baht moesten betalen. Taxichauffeurs, over de hele wereld, het zijn  allemaal boeven! Afijn even grote waffel opgezet en niet meer dan 450 baht betaald. Inchecken en een dutje doen in ons piepkleine hotelkamertje in China Town. Een hartstikke gezellige buurt waar de mensen tot diep in de nacht nog in eenvoudige eettentjes zaten te eten. We waren toch stiekempjes best moe en zijn in een diepe slaap gevallen. 's middags alleen nog naar een rondje China Town gedaan en lekker gegeten. De volgende dag lopend naar de Petronas Towers gelopen. Onderweg het ene na het andere gigantische gebouw maar deze Petronas Towers bepalen toch echt wel de skyline van Kuala Lumpur. In het gebouwtje tussen de 2 flats is een winkelcentrum waar je in verdwaalt. Je vind er de meest exclusieve winkels op de eerste 2 verdiepingen maar wat hoger kom je ook betaalbare winkel tegen en een grote variëteit aan restaurants. Na een paar uur snuffelen hebben zijn we buiten nog wat gaan wandelen en genieten van de architectuur en mooi aangelegde parken. Uiteindelijk kwamen we terecht bij Pavilion, een zo mogelijk nog groter winkelcentrum. Op de onderste verdieping was een optreden van een Koreaanse boy band. Het met een heel populair bandje zijn geweest want de menigte jonge Maleisische meiden was buiten zinnen.

Kuala Lumpur is een geweldig interessante stad. Schoon, bijzondere architectuur, musea, parken, een paradijs om te eten en te shoppen en vooral ook hele vriendelijke en behulpzame mensen. Het is officieel een moslimland maar net als in India zie je op straat mensen van allerlei culturen en religies. Christenen, Hindoes, Boeddhisten. En de manier waarop de mensen hier met elkaar omgaan geeft de stad een heel prettige en veilige sfeer. Daar zouden we in Europa nog wat van kunnen leren.

De laatste dag de weer wandelend en 's avonds wachtend doorgebracht tot het tijd was om naar het vliegveld te gaan. Tijd om weer terug te gaan naar India!  

Foto’s

2 Reacties

  1. Gatso:
    17 maart 2016
    Weer een heerlijk verhaal om te lezen. Wij hebben het ook ervaren dat het land van de eeuwige glimlach helemaal niet zo aardig is. De Maleisiërs of de Indonesiërs zijn veel vriendschappelijker. Keep on going....
  2. Huib:
    17 maart 2016
    Wat een prachtige verhalen weer. En leuk dat Bas je naam heeft vereeuwigd! ! Heel veel lol nog samen.